Onderwijsniveaus uitgelegd
Het voortgezet onderwijs in Nederland kent verschillende niveaus. Luzac biedt particulier voortgezet onderwijs op de niveaus gymnasium, atheneum, havo en vmbo-t (mavo). Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen gymnasium en vwo, zijn er verschillen tussen atheneum en vwo en kunnen we vmbo-t niet gewoon mavo noemen? Hieronder geven we antwoord op deze (en andere) vragen door elk niveau toe te lichten.
Binnen vwo kennen we de splitsing naar gymnasium en atheneum. Er wordt soms gedacht dat gymnasium van een hoger niveau is dan atheneum. Dit berust op een misverstand; het niveau van alle vakken is gelijk. Ook komt de duur van de opleiding overeen; zes jaar. De waarde van het diploma is eveneens hetzelfde: zowel een gymnasium- als een atheneum-diploma geeft toegang tot de universiteit.
Wat is dan het verschil? Een gymnasiumleerling volgt naast de reguliere vwo-vakken ook Latijn en Grieks (en in de bovenbouw Klassieke Culturele Vorming). Het totaal aantal lesuren voor beide opleidingen ligt bijna gelijk. Bij de keuze voor gymnasium speelt belangstelling, houding en motivatie van de leerling een extra grote rol. Een gymnasiumleerling vindt leren leuk en uitdagend. Hij of zij heeft ruime belangstelling voor (klassieke) talen en (cultuur)geschiedenis. Bovendien kiest een gymnasiumleerling er bewust voor om harder te werken dan een vwo-leerling, omdat er meer vakken (in vrijwel hetzelfde aantal uren) op het programma staan.
Vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of atheneum, wat is het nou? Deze termen worden door elkaar gebruikt, ook op de website van Luzac. Dit komt doordat de één de voorkeur geeft aan de term vwo en de ander aan de term atheneum. Er wordt dezelfde opleiding mee bedoeld, inhoudelijk zijn er geen verschillen. Met de invoering van de Mammoetwet in 1968 werd het atheneum met het gymnasium samengevoegd, met het vwo als resultaat. De exameneisen zijn gelijk voor alle vwo-leerlingen, maar gymnasiasten doen tevens eindexamen in (ten minste een van) de klassieke talen.
Over de term havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) bestaat weinig onduidelijkheid. De opleiding bestaat sinds 1968 (invoering Mammoetwet) en er zijn geen andere termen voor in gebruik. Het havo bereidt leerlingen voor op het hbo (hoger beroepsonderwijs), maar havisten kunnen met hun diploma ook toegang krijgen tot het vwo of een versneld mbo (middelbaar beroepsonderwijs)-traject. Met een bewijs dat de eerste drie jaar van het havo goed zijn doorlopen, kan een leerling eventueel doorstromen naar een vakopleiding of een middenkaderopleiding binnen het mbo.
Het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) kent vier leerwegen: Basisberoepsgerichte-, kaderberoepsgerichte-, gemengde- en theoretische leerweg. Alleen de theoretische leerweg (kortweg vmbo-t of vmbo-tl) geeft toegang tot de havo. Het vmbo-t van Luzac is te vergelijken met wat we voorheen mavo (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs) noemden, we bieden dan ook geen praktijkvakken aan. Alles is erop gericht om onze leerlingen een diploma op vmbo-t oftewel mavo niveau te laten behalen.
Leerlingen krijgen bij ons – conform de mavo van destijds – zeven vakken aangeboden. Hierdoor kunnen ze indien gewenst snel en gemakkelijk doorstromen naar de havo. Het biedt tevens een ‘escape’; als het nodig is kunnen ze één vak laten vallen zonder dat het diploma in gevaar komt. Na het behalen van hun diploma stromen leerlingen door naar een (eventueel versneld) havo-traject binnen Luzac of starten ze elders met een opleiding binnen het mbo. Net als bij vwo en atheneum worden de termen vmbo-t en mavo gebruikt waarbij dezelfde opleiding wordt bedoeld.
Welk niveau?
Bij Luzac nemen we het advies van de basisschool over, maar doordat ons onderwijs persoonlijk en kleinschalig is, kan er vaak meer uit een leerling gehaald worden waardoor een hoger niveau tot de mogelijkheid behoort. Dankzij onze tweejarige brugklas nemen we de tijd om te kijken welk niveau (en tempo) het best bij een leerling past. Luzac denkt in kansen en mogelijkheden, kinderen krijgen hierdoor meer leerplezier en meer zelfvertrouwen. Met onze tweejarige brugklas houden we rekening met het feit dat leerlingen moeten wennen. Zoveel verandering, zoveel indrukken. Logisch dat het even duurt voordat een leerling volledig tot zijn of haar recht komt! Met gemiddeld 12 leerlingen in de klas bieden wij de aandacht en begeleiding die leerlingen nodig hebben.