Rense van Aarnhem, docent
“Elke leerling wordt gezien en op maat bediend.”
Wat maakt werkzaam zijn op Luzac zo bijzonder? We vroegen het docent Rense van Aarnhem.
Wat is jouw rol op school? Wat zijn jouw drijfveren bij Luzac?
“Mijn rol op school is die van docent. Ik geef met veel plezier les in aardrijkskunde, maatschappijleer en levenskunde. Dat ik verschillende vakken én verschillende klassen les mag geven, maakt mijn werk uitdagend. Als een soort kameleon pas ik mij steeds weer aan: andere leerlingen, andere omgeving, andere onderwerpen. Elk uur switch ik, elke werkdag weer. Daar doe ik erg mijn best voor en het geeft me veel energie. Op dagen dat ik me van mijn beste kant heb laten zien, steeds weer de juiste kleur heb aangenomen, de juiste toon heb aangeslagen en mijn les is aangekomen, voel ik dan ook zeker een bepaalde trots. Trots op mezelf en op de mensen die er vertrouwen in hebben dat ik dit kan.”
Hoe ziet jouw gemiddelde werkdag eruit?
“Geen dag is hetzelfde, niet in het rooster en niet in hoe de dag uitpakt. Dat houdt me scherp en gemotiveerd. Gemiddeld geef ik zo’n 5 uur per dag les. Vooral veel aardrijkskunde, van de brugklas tot 6VWO. Mijn lessen zijn aansprekend, vernieuwend en interactief. Naast het behandelen van de lesstof is er vaak ruimte voor een educatief filmpje of samen opgaven maken. Ik laat ze de keuze. Elke klas is anders en ook binnen een klas zijn er natuurlijk verschillen. Die groepsdynamiek is ontzettend leuk en interessant. Aan mij de schone taak om die dynamiek aan te voelen. Leerlingen die altijd het woord nemen mogen soms éven dimmen, zodat ook een ander zijn of haar zegje kan doen. Ik vind het een uitdaging om ervoor te zorgen dat leerlingen na elke les van mij de belangrijkste dingen ook echt snappen en onthouden.”
Wat maakt Luzac een goede school voor de leerlingen?
“De kleine klassen, de persoonlijke aandacht en de veilige sfeer die daarmee samenhangt, maken Luzac in mijn ogen een erg goede en fijne school. Elke leerling wordt gezien en op maat bediend. Ik ken mijn leerlingen; ik weet wie ze zijn en wat ze wel en niet interessant vinden. Daar speel ik graag op in. Natuurlijk, ook als iemand iets niet boeiend vindt, zal hij of zij het gewoon moeten leren. Maar toch, als je weet wat iemand aanspreekt en wat niet, kun je meer dan wanneer je dat niet weet. Ik doe er dan alles aan om zo’n leerling dan toch te raken en te enthousiasmeren. In mijn ogen is dat een groot verschil met het reguliere onderwijs. Wij hebben de ruimte en mogelijkheid om dat te doen. Dat komt de resultaten van onze leerlingen echt ten goede.”