Terug naar alle nieuwsberichten

In gesprek met: rector Jackeline Tullenaar en conrector Maartje Verschuren

In onze rubriek ‘in gesprek met’ gaan leerlingen, docenten, leerlingbegeleiders, conrectoren en rectoren met elkaar in gesprek over verschillende thema’s binnen het onderwijs. We trappen af met twee collega’s van Luzac Eindhoven: rector Jackeline Tullenaar en conrector Maartje Verschuren. Een mooi gesprek over hun loopbaan, blik op het onderwijs en het docentschap.

Van Luzac naar het hbo én weer terug

Jackeline: We kennen elkaar al héél lang; vanaf het moment dat we collega’s waren op het Heerbeeck college. 14 jaar geleden startte je bij Luzac. 3 jaar later maakte je weer een overstap. En nu zijn we, na 10 jaar, weer collega’s! Vóór je bij Luzac begon, was je docent aardrijkskunde en brugklasmentor. Maar je ging recht op je doel af: je wist zeker dat je wilde solliciteren naar de functie van conrector. Na twee jaar werd je waarnemend rector voor ons college. En toen heb je bewust gekozen om naar de pabo te gaan in Rotterdam, terug in de rol van docent. Waarom koos je daarvoor?

Maartje: Ik had een aantal ambities die ik in mijn werkende leven graag wilde doen. Éen daarvan was de functie van conrector, die ik al had. Daar was ik eigenlijk heel gelukkig mee. Maar een andere ambitie van mij was lesgeven in het hbo en reizen voor mijn werk. Bij de pabo in Rotterdam kon ik deze ambities combineren: lesgeven in het hbo en met studenten op pad gaan. Dat vond ik zo tof dat ik volmondig ‘ja’ heb gezegd. Na een jaar werd ik gevraagd door de Fontys-lerarenopleiding of ik daar les wilde geven. Toen heb ik de overstap gemaakt, omdat ik daar meer kwijt kon over mijn vakkennis. Ik bleef er 10 jaar lang.

Altijd verbonden aan Luzac

Jackeline: We hebben natuurlijk altijd contact gehouden, wat eigenlijk best bijzonder is. We zagen elkaar bijvoorbeeld in de herfstvakantie. Je zei dan altijd: ‘’Iets van gevoel bij Luzac blijf ik houden’’. Je sprak ook vaak over ‘bij ons op Luzac’.

Maartje: Zeker. Als ik op Fontys sprak over Luzac, had ik het vaak over ‘wij’ en ‘ons’ alsof het nog een stukje van mij was, omdat ik altijd overtuigd bleef van dat het zo goed was. Ik heb ooit een keer bij een loopbaancoach gezeten en die mij de ideale werkomgeving liet omschrijven. De blauwdruk die daaruit kwam schreeuwde Luzac: een dynamische, snelle omgeving. Als we iets bedenken, zetten we het ook echt neer. Dat is anders dan in een hele grote organisatie waar dingen taai en stroperig verlopen.

Ik wist dan ook: als ik van baan zou switchen, zou ik weer naar Luzac gaan. En daar ben ik, weer in een rol van conrector. Die heeft nu wel een andere inhoud. Eerst was mijn werk veel praktischer. Ik ging over de begroting tot roosters, leerlingen, docenten en het examensecretariaat, maar regelde ook de reparatie van de vaatwasser als die stuk was. Nu vestig ik mijn aandacht op de constante aanscherping van het onderwijs, en de docenten die ik daarin begeleid.

Een terugblik op het docentschap

Maartje: Ik heb jou niet echt gekend als docent, zoals jij mij wel hebt gekend vóór onze tijd bij Luzac. Wat voor docent was je?

Jackeline: Ik weet zeker dat als ik nu voor de klas zou staan, ik de docent ben die ik al was. Ik was echt een docent voor de leerlingen; meer een pedagoog dan een vakgek. Je hebt vakidioten in het voortgezet onderwijs én je hebt pedagogen. Ik ben er voor de leerlingen, als generalist. Docenten Nederlands zijn dat vaker. Ik vond het leuk om niet alleen naar de klas te kijken als groep, maar ook naar het individu. En op een of andere manier was ik daar op het reguliere onderwijs toe in staat. Maar toen vroeg een collega tijdens een leerlingvergadering: ‘’Waarom heb jij een leerling doorverwezen naar het vwo, terwijl hij het gedrag daarvoor niet vertoont? Dat veranderde iets voor mij. Ik ben dan ook overgestapt naar Luzac, omdat je daar echt naar het kind als individu kunt kijken.

Maartje: het lijkt mij best leuk Jackeline, om jou eens voor de klas te zien staan.

Jackeline: Ik ben ‘streng’, maar rechtvaardig. Met heel duidelijke regels én de mogelijkheid om daar vanaf te wijken. En het is belangrijk om mee te gaan in de leeftijd van leerlingen. Om ze niet als ander volk te zien.

Maartje: Daar ben ik het mee eens. Je moet de humor van een puber zien. Natuurlijk is soms gedrag niet toelaatbaar, waarbij je moet ingrijpen. Maar zie daar wel de humor van in.

Jackeline: Ja, voel je niet aangesproken als een puber brutaal is. Natuurlijk moet je daar iets benoemen en mee doen als iemand respectloos is. Maar het gaat meestal niet over jou. Als je over je ego heen kunt stappen en de humor begrijpt, dan lukt het. Een beetje humor is een vereiste als docent.

Maar hoe zou jij jezelf als docent omschrijven?

Maartje: De interactie in de klas vind ik heel leuk. Ik vind het leuk om met leerlingen in gesprek te zijn en samen aan de slag te gaan. En ook ik heb mijn vak niet gekozen als vakidioot, aardrijkskunde had net zo goed maatschappijleer of geschiedenis kunnen zijn. Ik ben docent en ik vind kinderen heel leuk en grappig.

Maar ik moet wel zeggen dat ik in mijn 10 jaar ervaring als docent op een hbo waarop je zo intensief aan de slag gaat met de inhoud, de sociale geografie, ik wel meer van mijn vak ben gaan houden. We probeerden dan ook op een heel hoog niveau vakinhoud aan te bieden, terwijl de studenten eigenlijk vooral wilden leren hoe ze op vrijdag het eerste uur met die klas aan de slag gaan. Je moet heel veel vakinhoud beheersen als docent, maar onderaan de streep gaat het toch om de omgang met je leerlingen.

Maartje: is jouw blik op het onderwijs veranderd  sinds je bij Luzac werkt?

Jackeline: Ik was wel sceptisch over particulier onderwijs. Ik vind dat we in Nederland in staat moeten zijn om onderwijs te bieden met aandacht voor elk individu. Alleen mijn invloed is ook niet zo groot dat ik dat kan veranderen. En dat kan wel bij Luzac. Dat is de reden waarom ik over ben gestapt naar privaat onderwijs. Ik vind het nog wel eens lastig dat ons persoonlijke onderwijs niet voor iedereen bereikbaar is. Dan ben ik blij dat we in ieder geval deze kinderen te kunnen helpen. Mijn handen jeuken om dat ooit in het reguliere onderwijs ook toe te kunnen passen. Dat zou ik ooit, misschien in mijn nadagen, nog willen doen.

De hoogtepunten van 15 jaar bij Luzac

Maartje: We hebben het tijdens onze vrijdagmiddagborrels vaak over wat we allemaal mee hebben gemaakt bij Luzac. Je bent al sinds 2007 rector bij Luzac. Wat is het meest memorabele moment van de afgelopen 15 jaar?

Jackeline: Daar kan ik een heel boek over schrijven. Maar wat mij direct te binnen schiet, is de verhuizing naar ons huidige pand. We zaten hiervoor in een klooster. Ik vond het een leuk pand, maar het deed mij altijd denken aan een oud scoutinggebouw. Ons huidige pand is prachtig en vooral écht een school. De architect heeft dit er ook mee bedoeld. Dat vind ik zo knap. En bijzonder wat het doet met de mensen die hier zijn. Mensen gedragen zich hier anders dan in een klooster. Zo’n mooi pand, op zo’n plek was een droom van mij en heeft onze school een flinke boost gegeven.

En wat zal jou altijd bijblijven?

Maartje: we kunnen een trilogie schrijven vol herinneringen en anekdotes. Toch blijft het verhaal van een leerling die 13 jaar geleden binnenkwam mij altijd bij. Hij was net zijn moeder verloren en kampte met een verslaving. Hij had absoluut geen zin om te beginnen en zijn vader zat met zijn handen in het haar. Normaal gesproken twijfel je er dan misschien aan om iemand toe te laten. Het is namelijk een belangrijke voorwaarde dat je het zelf écht wilt en je ertoe kunt zetten. Maar toch geloofde ik erin. Iets in mij zei dat ik het wilde proberen. We kregen snel een bijzondere klik. Ik had een eigen plekje voor hem op mijn kantoor waar hij kon studeren en zag hem onwijs groeien. Hij heeft zijn diploma gehaald en is heel goed terechtgekomen. Dat kun je dus met leerlingen bereiken als je ze ziet en ze aandacht geeft.

Dit verhaal vertel ik vaker als ik vooroordelen toegeworpen krijg over privaat onderwijs. Terwijl ik eigenlijk mensen niet wil overtuigen met verhalen. Dan zeg ik: kom maar kijken.

Jackeline: Ja, inderdaad. Dat is de enige manier om te zien wat ons onderwijs écht inhoudt.