In gesprek met: Douwe Boekhoudt en Sophie de Weerd
In onze rubriek ‘in gesprek met’ gaan leerlingen, docenten, leerlingbegeleiders, conrectoren en rectoren met elkaar in gesprek over verschillende thema’s binnen het onderwijs. Rector Douwe Boekhoudt en conrector leerlingbegeleiding Sophie de Weerd vormen samen één front binnen het Luzac College in Amsterdam. Zij bespreken wat de school en hun samenwerking zo bijzonder maakt.
Een stimulerende leeromgeving
Sophie: Je staat al héél lang hier aan roer. Hoe zou jij Amsterdam College omschrijven als school?
Douwe: ‘’Vooral als een prettige en stimulerende omgeving. Dat maakt dat leerling hier graag komen, ook om te leren in de vakanties of zelfs op zondag.’’
Sophie: ‘’Ja, daar ben ik het mee eens. En een omgeving waarin iedereen hetzelfde doel heeft: het diploma behalen. Er is bijna niemand die er niet volledig voor gaat. Zo motiveren ze elkaar.’’
Douwe: ‘’Ja. Maar leerlingen behalen niet alleen hun diploma, ze ontwikkelen zich ook als mens. We merken dat ouders persoonlijke groei en leerplezier ook steeds belangrijker vinden. Dat ze niet alleen bij ons terecht komen vanwege de schoolprestaties, maar dat ze weten: mijn kind zit hier goed. Het is gewoon een heel fijne en stimulerende omgeving om te zijn, voordat je de volgende fase van je leven betreedt.
Aandacht en vertrouwen
Douwe: ‘’Die stimulerende omgeving zou niet bestaan zonder mensen die hier werken. We hebben heel leuke mentoren die de houvast vormen voor leerlingen. Ook de band met docenten speelt mee. Als die goed is, word je gestimuleerd om je best te doen.’’
‘’En Sophie, jij bent een boegbeeld voor onze vestiging. Je kijkt veel verder dan: hoe laat ik jou slagen? Die vorm van aandacht geeft vertrouwen. De behoefte hieraan is gegroeid binnen de maatschappij. Leerlingen zijn veel bezig met hun toekomst en vragen zich af: is mijn studiekeuze wel de juiste? En krijg ik wel een goede baan? Om daarop een antwoord te hebben, moet je streetwise zijn en weten wat er in de wereld speelt. En dat vind ik ook terug bij jou. Jij bent consistent in hoe snel je situaties doorziet en handelt.’’
‘’Mensen willen zich graag ontwikkelen en ze maken andere keuzes. Daarom kijken we altijd goed naar wat de ambitie van een leerling is. Die kunnen we vervullen met ons 2 in 1-examenjaar, waarin leerlingen hun voorexamen- en examenjaar combineren. Maar ontwikkelen kan ook op een ander vlak, door bijvoorbeeld werkervaring op te doen naast school. Of door juist iets langer over de schooltijd te doen en deze te combineren met topsport.’’
Sophie: ‘’Ja, we weten altijd waar de leerling behoefte aan heeft en zorgen ervoor dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen. We vormen een driehoek met de leerling en zijn ouders. Dat vinden ouders ook prettig. En als er iets ingrijpends gebeurt, zetten we alle zeilen bij om de leerling te helpen.’’
Douwe: ‘’We zien alles. Dat gaat niet vanzelf. Het is intensief en vol te houden, omdat ons werk verschrikkelijk leuk is en er ook genoeg te lachen valt.’’
Samen scherp zijn en relativeren
Sophie: ‘’We weten heel goed wat we aan elkaar hebben. Waar denk je dat dat ‘m in zit?’’
Douwe: ‘’Wat onze samenwerking bijzonder maakt, is dat we met z’n tweeën veel lol hebben, maar in een seconde kunnen schakelen naar het serieuze. Daar hebben we geen uitleg voor nodig en dat maakt dat we één front vormen.’’
‘’Het is makkelijk om samen vooruit te lopen, maar je moet de medewerkers ook meekrijgen. Mensen vinden veranderingen toch lastig. Maar ook dan maak je met relativeren en humor het verschil. De docent moet zich ook prettig voelen. Het moet leuk zijn, maar ze moeten óók veel signaleren en ernaar handelen. Het verschil tussen een klas van 30 of 12 leerlingen is groot. Bij ons geef je les in een kleine klas, maar we willen wel van iedereen weten hoe het met ze gaat. Dat betekent dat je je in ongeveer 12 leerlingen moet verdiepen. We zorgen er dan ook voor dat docenten zich echt kunnen focussen op hun docentschap.’’
Sophie: ’’Ja, ook ik kan mij goed focussen op mijn rol. Er gebeurt veel waar ik niet mee bezig hoef te zijn, omdat jij op de achtergrond alles eromheen regelt. En ik leer veel van jou. Ik herinner me alle gesprekken waar ik naast heb gezeten en daar pluk ik nog altijd de vruchten van. Dat ik stimulerende vragen kan stellen en op mijn eigen instinct kan vertrouwen.’’
‘’Ik hoor weleens van ouders dat ze met de handen in hun haar zaten en jouw vragen de situatie in een nieuw perspectief plaatste. Waar sommige ouders graag zelf het woord doen, laat jij leerlingen zelf vertellen. Een moeder zei tegen mij dat ze nooit zal vergeten wat dat deed. Zij had tijdens de intake allemaal ideeën over de toekomst van haar dochter. En dan zeg jij: ‘’Maar ik ga het nu even met uw dochter bespreken.’’ En die vertelde later dat ze zich nu zelf in control voelt over hoe ze de havo gaat halen.’’
‘’Je zet leerlingen écht aan het denken. Als een leerling zegt dat hij sinds zijn tiende arts of piloot wil worden, kun je aangeven welke vakken hij nodig heeft. Maar jij daagt de leerling uit om nog eens goed na te denken over wat hij nou echt wil.’’
‘’Je hebt nog meer ervaring dan ik en je bent wel echt mijn mentor. Je hebt een bepaalde senioriteit, maar deelt ook dezelfde humor als de 17 of 18-jarigen die hier rondlopen. Daarom vinden ze jou zo leuk.’’